dinsdag 24 april 2018

Vrijdag 4 mei: ASS en rechtvaardigheidsgevoel

Op vrijdag 4 mei is het onderwerp van Autismecafé De Liemers ‘ASS en rechtvaardigheidsgevoel’.

Mensen met een ASS hebben een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Dat is natuurlijk positief: wat ze doen gebeurt op een rechtvaardige manier en ze zijn eerlijk en betrouwbaar.
Er zijn ook nadelen: als dingen op een onrechtvaardige manier gaan, kan dat bij mensen met een ASS tot veel frustratie leiden. Frustratie die voor mensen zonder autisme soms moeilijk te begrijpen is.

Hoe zit het met jouw rechtvaardigheidsgevoel? Heb je er meer last van of juist baat bij? Hoe ga je ermee om als dingen niet rechtvaardig zijn of gaan?

Je bent van harte welkom als je hierover wil praten met andere mensen met een ASS.

Autismecafé De Liemers wordt gehouden in het gebouw van Caleidoz, De Hooge Bongert 3 in Zevenaar.

Inloop is vanaf 19.30 uur en het themagesprek is van 20.00 uur tot 21.00 uur. Daarna is er tot 21.30 uur gelegenheid om na te praten.

Op 4 mei is de Nationale Dodenherdenking. Wij houden om 20.00 uur 2 minuten stilte.

Je hoeft je niet aan te melden. De entree is € 3,50.

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Heleen van den Hurk, e-mail: info@auti24.nl

maandag 9 april 2018

Verslag 6 april: ASS en pesten

Op vrijdag 6 april spraken we over autisme en pesten, de oorzaak en de gevolgen.

Bij navraag bleek dat alle deelnemers op één na gepest zijn, meestal in hun schoolperiode. De enige bezoeker die niet werd gepest had ook moeite met school, maar om een andere reden. Omdat hij een andere vooropleiding had dan de rest, liep hij met sommige vakken ver voor en met andere juist achter. Door zijn mix van heel goede en slechte cijfers moest hij bijna van school. Toen hij zelfstandig ging studeren ging het veel beter.

De reden van het pesten was niet voor iedereen duidelijk. Het kon van alles zijn: omdat je er anders uit zag, je anders gedroeg, slecht was in gym of juist hoge cijfers haalde. Wat iedereen wel herkende is het moeizaam aansluiting vinden bij anderen op school. Veel deelnemers probeerden zich aan te passen om bij een groepje te horen of deden zich dommer voor om minder op te vallen. Soms hielp dat.

Zeker vroeger kwam het voor dat leraren het pesten toestonden of zelfs meededen. Ouders waren vaak niet op de hoogte of het kwam pas tot een gesprek als het al uit de hand was gelopen. Een deelnemer adviseerde om meteen de eerste keer als er gepest werd flink weerwoord te geven of te slaan. Meteen je grenzen aangeven. Een ander had juist de tip om er boven te staan, niet te reageren en een soort voorbeeld te zijn voor de rest. Met een lange adem werd het dan uiteindelijk beter.

Een deelnemer was afgewezen door een meisje dat hem later was gaan pesten. Hij vroeg zich af hoe ze daar op zou terugkijken. Hij stond nu op het punt om zijn sport weer op te pakken. Het sporten op zich vond hij altijd leuk, maar hij maakte zich wel zorgen of hij sociaal geaccepteerd zou worden binnen de ‘ruige sfeer’ die er bij een mannenteamsport heerst. Bij hem speelde de vraag in hoeverre hij zichzelf mocht zijn of hij zich moest aanpassen aan de rest.

Een ander was met een psycholoog aan het uitzoeken welk deel van zijn gedrag door autisme kwam en welk deel door het pesten van vroeger. Door het pesten werd hij onzeker en ging aardig doen tegen iedereen. Hij ontwikkelde helpersgedrag dat nu in zijn werk en privéleven nog heel duidelijk terugkomt. Omdat hij zijn grenzen niet goed aangaf liet hij wel eens over zich lopen. Kort geleden liep daardoor een contact stuk. Voor de anderen was het aardig gevonden willen worden en willen helpen erg herkenbaar.

Pesten op het werk komt ook voor, maar in een andere vorm. Bij een lerares ging het om een meerdere die haar te ver uit haar comfort zone wilde halen. Ze zou voor een nieuwe groep worden geplaatst en er werd haar gevraagd om anders te werken. Ze zou vervolgens door hem ten overstaan van de groep worden beoordeeld. Ze zag erg op tegen zoveel verandering tegelijk.

Een deelnemer was op school zelf gaan pesten om er bij te horen. Hij had daar achteraf veel spijt van. Door het pesten had hij een laag zelfbeeld gekregen. Hij vergeleek zich veel met mensen die het leven makkelijker af ging. Dat zorgde er voor dat hij veel dingen niet aan ging. Het zou hem immers toch niet lukken. Een andere deelnemer vertelde hoe cognitieve gedragstherapie (CGT) hem had geholpen. Die therapie leert dat niet de werkelijkheid, maar jouw gedachten daarover bepalend zijn voor wat je doet. Door je negatieve gedachtes ter discussie te stellen kun je tot positiever gedrag komen. De gesprekleidster rondde de bijeenkomst af door te zeggen dat iedereen er mag zijn zoals hij of zij is.